Wanneer zet je je mistlichten aan de voorkant aan?

Iedere auto is wettelijk verplicht om mistlampen te hebben. Hoewel de mistlampen aan de voorkant het meest worden gebruikt, zijn het eigenlijk de mistlampen aan de achterkant die verplicht zijn. De mistlampen aan de voorkant zijn optioneel. Maar wanneer mag je ze nu aanzetten?

Mistlampen voor mogen aan wanneer je minder dan 200 meter zicht hebt. Maar wat is nu precies 200 meter en hoe kun je daar al rijdend achter komen? Gelukkig staan langs alle Nederlandse snelwegen en N-wegen hectometerpaaltjes. Een hectometer is 100 meter. Wanneer je de volgende twee hectometerpaaltjes niet kunt zien tijdens hevige mist, sneeuwval of regen, dan mag je je mistlampen voor aanzetten. 

Rijd je binnen de bebouwde kom? Houd dan de lantaarnpalen aan als maatstaf. Deze staan gemiddeld 50 meter uit elkaar. Vier lantaarnpalen is dus ook een afstand van 200 meter. 
 

Wanneer zet je je mistlichten aan de achterkant aan?

Voor de mistlampen achter geldt dat het zicht minder dan 50 meter moet zijn. Ook dit is moeilijk in te schatten, zeker wanneer het heel mistig is of hevig sneeuwt. Om uit te zoeken tot hoever je zicht hebt, kun je ook hier binnen de bebouwde kom de lantaarnpalen gebruiken. 

Buiten de bebouwde kom wordt het iets lastiger. Je kunt dan letten op de auto die voor je rijdt: Zie je achterkant van de auto wel, maar de voorkant niet? Dan is het tijd om de mistlampen achter aan te zetten. Hierbij gaan we ervan uit dat je normale afstand houdt tot je voorganger. 

Wanneer je mistlampen aan de achterkant aan zijn, moeten ze uiteraard ook aan de voorkant aan zijn. Let op: de mistachterlichten mogen niet aan bij zware regenval, alleen bij dichte mist en sneeuw. 
 

Is het mistlicht hetzelfde als het grote licht?

Nee, de mistlampen zijn niet hetzelfde als je grote licht. Je grote licht mag je bijvoorbeeld in het donker gebruiken als er geen lantaarnpalen zijn, maar alleen als er geen andere weggebruikers je tegemoetkomen. 

Je mag het grote licht niet gebruiken als je achter een andere bestuurder zit. De naam zegt het al, maar het grote licht geeft zo veel licht dat andere weggebruikers hier last van hebben. 

Het grote licht wordt ook wel eens gebruikt om te seinen naar andere automobilisten. Of dit wel of niet een goed teken is, dat laten we even in het midden. 

Gaat het mistlicht vanzelf aan?

Ook hier is het antwoord: nee. Veel auto’s hebben tegenwoordig automatische verlichting. Zowel voor stadslicht als dimlicht. Maar dat geldt niet voor de mistlampen. Deze moet je namelijk naar eigen inzicht aanzetten. Zeker wanneer het overdag mistig is, herkent de auto dit niet en zullen dus de lichten helemaal niet aangaan.

In het kort:

Wanneer mag je je mistvoorlichten aanzetten?

Als je minder zicht hebt dan 200 meter, dan mogen je mistlampen aan de voorkant aan. Dit kun je gemakkelijk zien aan de hectometerpaaltjes op de snelweg of de lantaarnpalen binnen de bebouwde kom. 

Wanneer zet je je mistachterlichten aan?

Je mistachterlichten mogen pas aan als je minder dan 50 meter zicht hebt. Logischerwijs zijn je mistlampen al aan de voorkant aan. 

Is het grote licht hetzelfde als je mistlicht?

Nee, het grote licht is een enorm bak licht die andere weggebruikers kan verblinden. Het helpt om beter te zien op donkere wegen. Wanneer er een tegenligger aankomt, moet het grote licht weer uit. Het is ook verboden om je grote licht aan de zetten als je achter een andere auto rijdt.

Gaan je mistlampen vanzelf aan?

Veel auto’s hebben tegenwoordig automatische verlichting, maar dat geldt niet voor mistlampen. Deze moet je naar eigen inzicht aanzetten.